Mollen – kleine gravende zoogdieren – worden vaak gevreesd door tuiniers en boeren vanwege de schade die ze kunnen aanrichten aan gazons, tuinen en gewassen. Maar achter de hopen aarde die we aan de oppervlakte zien, gaat een complex en geavanceerd ondergronds netwerk schuil: de mollengalerijen. Als we begrijpen hoe deze galerijen zijn opgebouwd, waarvoor ze dienen en hoe ze eruit zien, kunnen we beter begrijpen hoe we hun aanwezigheid kunnen beheersen. In dit artikel onderzoeken we wat er onder onze voeten ligt en hoe de ondergrondse wereld van mollen in elkaar zit.
De ondergrondse levenswijze van mollen
Voordat we ingaan op de details van de galerijen, is het essentieel om te begrijpen hoe mollen leven. Mollen zijn solitaire, territoriale wezens die het grootste deel van hun leven onder de grond doorbrengen. Hun lichaam is speciaal aangepast aan deze manier van leven: sterke, geklauwde voorpoten stellen ze in staat om met gemak te graven, terwijl hun ogen klein zijn, omdat zicht van weinig nut is in de duisternis van de ondergrond.
Mollen graven hun netwerk van tunnels niet alleen om zich te beschermen tegen roofdieren, maar vooral om te jagen op hun prooi, voornamelijk insecten en wormen. Deze tunnels zijn niet zomaar schuilplaatsen, maar echte vallen waar prooien in vallen en snel worden gevangen.
De structuur van een mollengalerij
Mollengalerijen zijn veel meer dan eenvoudige tunnels. Ze bestaan uit verschillende niveaus en secties voor specifieke functies. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste onderdelen van een mollengalerij:
1. De ingang van de molshoop
2. De oppervlaktetunnel
Mollen graven vaak gangen dicht bij het oppervlak, op een diepte van ongeveer 5 tot 20 cm. Deze tunnels worden voornamelijk gebruikt om te jagen. Hier kunnen mollen gemakkelijk hun voedsel vinden, vooral regenwormen, insectenlarven en andere kleine prooien. Deze tunnels zijn relatief smal, meestal slechts 4 tot 5 cm in diameter, net genoeg voor de mol om er doorheen te gaan.
Mollen bewegen zich snel door deze tunnels, op zoek naar tekenen van beweging. Als ze een prooidier hebben gevangen, kunnen ze het meteen opeten of in een bepaald deel van hun tunnel bewaren voor later.
3. Diepe of secundaire tunnels
Onder de oppervlaktetunnels graven mollen ook veel diepere gangen, tot 50 cm of meer. Deze meer stabiele en permanente gangen dienen als echte gangen om zich door hun territorium te verplaatsen. In tegenstelling tot oppervlaktetunnels zijn er minder diepe tunnels en worden ze niet gebruikt om te jagen.
Met diepe tunnels kunnen mollen zich ook beschermen tegen slecht weer en temperatuurschommelingen, maar ook tegen roofdieren zoals vossen en wezels. Ze bouwen vaak nesten van bladeren, gras en wortels, waar ze slapen en hun jongen grootbrengen.
4. Nest- en voorraadkamers
In diepe tunnels maken mollen ook speciale kamers. Dit zijn iets grotere ruimtes waar ze voedsel kunnen opslaan of een comfortabel nest kunnen bouwen. In deze kamers bewaart de mol meestal verlamde regenwormen, een soort ondergrondse voorraadkast. Deze wormen, die verlamd zijn maar nog wel leven, kunnen na verloop van tijd worden opgegeten, waardoor de mol verzekerd is van een constante voedselbron.
Nestkamers worden vaak gebouwd op een centrale plek in het gangenstelsel en bekleed met zachte materialen zoals grassen, bladeren of wortels om de jongen een warme omgeving te bieden.
Zichtbare tekenen aan de oppervlakte
Hoewel hun tunnels zich onder de grond bevinden, laten mollen zichtbare tekenen van hun aanwezigheid achter op het grondoppervlak. Bergen aarde, bekend als molshopen, zijn waarschijnlijk de meest herkenbare tekenen. Deze hopen worden gevormd wanneer de mollen de aarde in hun tunnels uitgraven. De grootte en vorm van molshopen kan variëren afhankelijk van de diepte van de tunnel en de hoeveelheid aarde die verplaatst is.
Als je goed kijkt naar een gebied dat is aangetast door mollen, kun je plekken zien waar de grond iets lijkt te zijn opgehoogd. Dit zijn meestal de oppervlaktetunnels. Deze gebieden kunnen er fragiel uitzien onder de voeten, omdat de wortels en de grond gedestabiliseerd zijn door de graafactiviteit van de mollen.
De impact van mollentunnels op tuinen en gewassen
Mollentunnels kunnen zowel positieve als negatieve effecten hebben op het milieu. Aan de ene kant beluchten ze de grond en verbeteren ze de watercirculatie. Door te graven elimineren mollen ook veel schadelijke insecten die plantenwortels aanvallen.
Maar mollentunnels, vooral die aan de oppervlakte, kunnen gazons en gewassen beschadigen. Wortelheuvels kunnen planten doen verwelken of afsterven. Bovendien zijn de hopen aarde die mollen maken lelijk en kunnen ze het onderhoud van de tuin bemoeilijken.
Hoe kan ik mezelf beschermen tegen mollentunnels?
Er zijn verschillende oplossingen voor tuiniers en boeren die schade door mollen willen voorkomen. Anti-mollenvallen zoals die van Détaupeur zijn bijzonder effectief. Deze vallen, die strategisch in tunnels worden geplaatst, elimineren mollen en beschermen groene ruimtes tegen ondergrondse schade.
Een andere optie is het gebruik van afweermiddelen, hoewel de effectiviteit daarvan vaak beperkt is. Tot slot kunnen fysieke barrières, zoals ondergrondse afrasteringen, worden geïnstalleerd om te voorkomen dat mollen toegang krijgen tot bepaalde gevoelige gebieden.
Mollentunnels zijn ware natuurwerken. Hoewel deze ondergrondse netwerken problematisch kunnen zijn voor tuinen en gewassen, zijn ze een bewijs van de ongelooflijke aanpassing van deze kleine zoogdieren aan het leven onder de grond. Als mollen een probleem vormen, kan inzicht in de structuur en functie van hun gangen helpen bij het vinden van effectieve oplossingen om hun impact te beperken.