De mollenval is bruikbaar bij de meeste molshopen. De gemakkelijkste molshopen zijn echter die van verluchtingspijpen: deze zien eruit als een klein hoopje aarde dat amper groter is dan de diameter van de mollengang. Als je de punt van de Ontmoller® in zo’n hoopje aarde steekt, zakt het in.
Gebruik niet de recentste molshoop. Hier kan de mol veel meer aarde naartoe schuiven dan wanneer hij een gat in een andere gang moet dichtstoppen. Als er veel zware aarde in de weg zit, werkt de klapper mogelijk minder goed.
Gebruik geen perifere molshopen. Dit zijn de molshopen aan de rand van de aangetaste zone: hier komt de mol minder vaak, dus duurt het langer tot de val zijn werk kan doen.
Als je de molshoop wegveegt, zie je meestal de mollengang al en hoef je alleen nog de val te plaatsen. Als het gat afgedicht is, zie je meestal wel waar het gat zit en kun je het vrijmaken met de punt van de Ontmoller®. Zie je het gat niet, voel dan waar het zit met de punt van de Ontmoller® of met je vinger.
Hoe minder je aan het gat verandert, hoe efficiënter de val. Maak het gat dus niet groter en druk het niet kapot, want dan moet de mol meer aarde naar het oppervlak duwen en is de ontploffing minder krachtig. Zorg er wel voor dat het gat open is, anders komt de mol het niet dichtstoppen.
In de losse aarde van bijvoorbeeld een tuin, gazon of recent gezaaid grasperk graven mollen hun gangen dicht bij het oppervlak. Ze maken dan weinig of geen molshopen en hun gangen zien eruit als een slang onder een tapijt. In dit geval stel je de val als volgt op: maak een gaatje in de mollengang, leg de klapper erin, druk de gang een beetje in en leg er wat aarde over. Zet de taster erbovenop (zie de illustratie hiernaast). Wanneer de mol de aarde omhoogwerkt om de gang vrij te maken, ontploft de klapper.
Let op dat de taster niet omhoog wordt gedrukt terwijl je de val inschakelt.
Als twee mollengangen erg dicht bij het oppervlak (minder dan 5-10 cm diep) bij elkaar komen, moet je een van beide gangen kiezen en heb je dus één kans op twee dat de mol ontsnapt. Om dit te voorkomen, gebruik je het best twee klappers: eentje in elke gang.
Als er vanaf één luchtgat meer dan twee gangen vertrekken en als het luchtgat diep genoeg is, ga je zoals gewoonlijk te werk. Is dit niet het geval, stel de val dan op bij een andere molshoop. Opgelet: in dit geval is het gat aan de oppervlakte vaak groter, waardoor je de val niet optimaal kunt opstellen.
Als de klapper buiten het gat ontploft: dit gebeurt slechts zelden, maar het zorgt ervoor dat de mol voorlopig kan ontkomen. Om dit probleem op te lossen, neem je een nieuwe klapper. Stel de val zoals gewoonlijk op, maar druk de klapper lichtjes in de aarde (niet te diep, anders wordt de ontploffing gedempt).
Als er meerdere gangen zijn, plaats je de klappers zoals bij een erg kort luchtgat (zie hierboven).
Klik op de volgende link om de veiligheidstips voor jou en je omgeving te lezen.